Vrouw kijkt stil uit het raam in een kamer met groene tegels
Een vrouw blikt naar buiten, symbool voor gemis en onrecht

Onzichtbaar verlies: het vergeten onrecht tegen lesbische moeders

3 minutes, 46 seconds Read

Nederland prijst zich graag gelukkig als vooruitstrevend land: tolerant, rechtvaardig, modern. Maar achter dat zelfbeeld schuilt een vergeten werkelijkheid – een geschiedenis die zelden wordt naverteld. Eén van de stilste hoofdstukken daarin betreft de ervaringen van lesbische moeders in de jaren tachtig en negentig. Vrouwen die hun kinderen kwijtraakten, niet omdat ze faalden als ouder, maar omdat ze liefhadden op een manier die de wet niet kon – of wilde – bevatten.

Tussen stigma en stilzwijgen

Na de seksuele revolutie leek alles in beweging: homoseksualiteit werd uit de DSM gehaald, regenboogvlaggen verschenen op straat, er klonk steeds luider geroep om gelijke rechten. Maar binnen de muren van de rechtbank bleef het opvallend stil. Daar overheerste het beeld van het traditionele gezin: vader, moeder, kinderen – in die volgorde. Voor vrouwen die na een scheiding uit de kast kwamen, betekende dat vaak een directe juridische achterstand.

Feiten zijn schaars, maar de patronen zijn bekend. Juridisch onderzoek en persoonlijke getuigenissen tonen aan dat het ouderlijk gezag van lesbische moeders herhaaldelijk werd afgenomen zodra hun seksuele oriëntatie ter sprake kwam. Rechters spraken zich uit “in het belang van het kind” – een rekbaar begrip dat al te makkelijk werd aangewend tegen homoseksueel ouderschap. Vaders of grootouders grepen dat argument aan om het gezag over te nemen. Het resultaat? Kinderen gescheiden van hun moeder. Moeders veroordeeld tot afstand. En een rechtsstaat die zweeg alsof het zo hoorde.

Zichtbaarheid is verzet

Het recht is zelden neutraal

Wat wringt, is hoezeer dit alles gebeurde onder de vlag van objectiviteit. De wet pretendeerde onpartijdig te zijn, maar was in wezen doordrenkt van heteronormatieve aannames. De afwezigheid van wetten rond lesbisch ouderschap gaf rechters vrij spel om homoseksualiteit te framen als instabiel, ongewoon, of simpelweg ‘onwenselijk’ – allemaal eufemismen voor afwijzing.

En dit was geen geïsoleerd Nederlands fenomeen. Ook in landen als het Verenigd Koninkrijk oordeelden rechters tot diep in de jaren tachtig dat lesbische vrouwen ‘onbekwaam’ waren als moeder. In Lynch’ roman Een familiekwestie citeert een rechter zelfs letterlijk dat ‘zulke vrouwen geen natuurlijk moedergevoel’ hebben. Het laat zien hoe wijdverspreid en geïnstitutionaliseerd dit soort vooroordelen waren — ongeacht nationale grenzen.

Die structurele uitsluiting is niet los te zien van bredere maatschappelijke patronen. Het kerngezin – vader, moeder, kind – vormt niet alleen een sociaal ideaal, maar ook een economische eenheid binnen de kapitalistische orde. Alles wat daarvan afwijkt, van queer gezinnen tot alternatieve gezinsvormen, wordt vaak niet alleen sociaal verdacht gemaakt, maar ook juridisch ondermijnd. Het recht, zogenaamd neutraal, is in feite vaak een spiegel van de macht.

Erkenning bleef uit

Pas in de jaren na 2000 kwam er iets van beweging. Huwelijk voor paren van gelijk geslacht, erkenning van meemoederschap, adoptiewetgeving – belangrijke stappen, ongetwijfeld. Maar voor de vrouwen die hun kinderen decennia eerder verloren, kwam die erkenning te laat. Er was geen herstel, geen excuses, geen maatschappelijke compensatie. Alleen een collectief wegkijken.

En dus blijft de vraag hangen: waar blijven de excuses? In een tijd waarin er – zij het voorzichtig – erkenning komt voor het slavernijverleden en institutioneel racisme, verdient ook dit deel van onze geschiedenis aandacht. Niet als gebaar, maar als correctie. Want gerechtigheid is geen luxe van het heden of toekomst – ze begint met terugkijken. Met luisteren. Met erkennen dat we ook dáár gefaald hebben.

Zoals schrijfster Claire Lynch opmerkt: de gedachte dat dit allemaal nog maar enkele decennia geleden gebeurde, is voor velen moeilijk te bevatten. Haar personage Maggie verwoordt het treffend: “Ik wist niet dat zulke dingen écht gebeurden.” Juist daarom is het zo belangrijk dat we deze geschiedenis niet wegstoppen, maar onder ogen zien – en erkennen wat generaties vrouwen is aangedaan.

Wat blijft hangen

Het verhaal van lesbische moeders herinnert ons eraan hoe broos sociale vooruitgang kan zijn. Hoe een ogenschijnlijk modern land tóch hardnekkig vasthoudt aan ouderwetse kaders. Maar het is ook een verhaal van liefde die zich niet liet uitwissen. Van vrouwen die, ondanks alles, zorgden, hielden van, bleven vechten.

Die geschiedenis verdient geen voetnoot, maar een podium. Zeker nu queer ouderschap wereldwijd weer onder druk staat – van Hongarije tot Florida. Geschiedenis herhaalt zich zelden letterlijk, maar haar echo’s zijn vaak verrassend luid.

Deze vergeten geschiedenis resoneert ook buiten archieven en rechtbankverslagen. In Een familiekwestie, de aangrijpende debuutroman van Claire Lynch, komt het onrecht tegen lesbische moeders pijnlijk tot leven. Het verhaal van een vader die zijn dochter de waarheid onthult over hoe hij haar moeder — zijn ex-vrouw en een lesbienne — uit de ouderlijke macht liet zetten, toont hoe diep en persoonlijk de gevolgen van juridisch stigma kunnen reiken. Fictie, zo blijkt, vult hier aan wat het collectieve geheugen tekortschiet.

Help ons groeien - deel dit bericht

Aanbevolen voor jou