Snoetje en (niet)Pluisje
Snoetje en (niet)Pluisje

Geen Henk en Ingrid meer, wel Snoetje en Pluisje

4 minutes, 47 seconds Read

In juni 2016 stemden de Britten voor een Brexit en in november werd Donald Trump president van de VS. In 2017 was het de beurt aan Europa: de ‘populistische stoomwals’ zou ook het oude continent gaan pletten en van bruin asfalt voorzien. Maar waarom was dit zo’n dreiging? Europa zag in populisme een aanval op de democratische waarden die jarenlang gekoesterd waren. De opkomst van populistische leiders was niet zomaar een fenomeen, het was een signaal van onvrede, maar ook van een groeiende kloof tussen de elite en de gewone burger.

‘De leiders van het nieuwe Europa’ … N I E T!
Op 21 januari, een dag na de beëdiging van Trump, kwamen Marine Le Pen, Frauke Petry van de AfD en Geert Wilders bijeen in Koblenz, als de zelfbenoemde leiders van het nieuwe Europa: hun optimisme kende, in tegenstelling tot het Europa dat zij voor ogen hebben, geen grenzen. Waarom zou een land kiezen voor zulke leiders? Was het de belofte van bescherming, of juist een valse hoop op verandering?

Minder dan vier maanden later staat Wilders volledig buitenspel in Nederland en vult hij zijn tijd met de poesjes Snoetje en Pluisje. Pruisin Petry is van het toneel verdwenen en kreeg blondine Le Pen om de oren van nieuwkomer Macron. Voor Wilders restte er na de afgetekende zege van Macron weinig anders dan het wanhopige ontkennen van de feiten. De 34 procent van Le Pen vormen volgens de Twittermaniak ‘nog maar het begin’ en de patriottische lente waarover hij nu al maanden bazelt komt er nog steeds aan. Zeker, en Snoetje en Pluisje zitten op pianoles en zijn al een heel eind met Für Elise.

Het Verval van Populistisch Triomfalisme
Antipopulisten mogen niet te vroeg juichen. Want het is waar, Wilders’ PVV werd in maart de tweede partij van Nederland, met 13 procent van de stemmen. In Frankrijk stemden nog nooit zoveel mensen op het Front National en in Oostenrijk moest er een tweede ronde aan te pas komen om de extreem-rechtse Hofer van het presidentschap af te houden. Maar feit is dat de populisten op veel meer hadden gehoopt nadat door de Brexit en de Trumprevolte hun fantasie op hol was geslagen en ze zich al de Masters of the Universe waanden: het ‘volk’, namens wie de onruststokers beweren te spreken, bleek minder gemakkelijk te lijmen dan verwacht.

In de media zat de schrik er na de Britse en Amerikaanse kiezersopstanden goed in: tot op het laatst werd een zege van Le Pen niet uitgesloten, uit pure angst opnieuw de mist in te gaan en weer het verwijt te krijgen van elitarisme en het negeren van de volksstem. Het zelfvertrouwen is danig aangetast. Nergens is te lezen dat ditmaal extreem-rechts niet in de gaten had wat er onder ‘het volk’ leefde.

Op Chirac in 2002 na, toen het electoraat zich verenigde tegen de oude Le Pen, boekte sinds 1965 geen presidentskandidaat zo’n overtuigende zege als Macron zondag. Die overwinning was dan ook grotendeels te danken aan de tegenstander. Le Pens afgang in het laatste verkiezingsdebat zou de oorzaak zijn van haar verlies. Macron was echt niet zo populair. Ook in die analyses proefde je de verbazing over de zege van de gematigde kandidaat. We hebben kennelijk even tijd nodig ons te realiseren dat het populisme geen onstuitbare stoomwals is en dat er een antwoord op mogelijk is.

Het Optimisme van de Revolutie
We moeten ons optimisme hervinden, tegen het ingebakken pessimisme en enge nationalisme van de populisten in. Emmanuel Macron kan Frankrijk en Europa de weg wijzen. Hij vierde gisteren bij het Louvre zijn zege op de tonen van Alle Menschen werden Brüder, het Europese volkslied. Dat was lef. NRC noemde hem gisteren een ‘revolutionair’ – Later zullen we op 2017 terugkijken als het jaar van de ommekeer, als het revolutiejaar.

Update 21-07-2017: De Tragiek van de Nederlandse Politiek
Een triest dieptepunt in de Nederlandse politiek werd bereikt toen de politicus die het afgelopen decennium het meest bepalend was voor het politieke en publieke discours, en daarover in de pers nog nooit verantwoording aflegde, primetime over zijn poezen mocht komen praten. De vraag rijst: hoe heeft het zover kunnen komen dat een politicus, verantwoordelijk voor het aanwakkeren van zoveel verdeeldheid, nu enkel nog zijn schattige huisdieren naar voren schuift?

‘Helemaal gek’ was hij van ze, zei hij in het vooraf opgenomen interview in de PVV-fractiekamer. Hij zat niet samen met de andere gasten in de studio. Stel je immers voor dat één van hen wél een kritische vraag zou durven te stellen. Nee, Jinek had Wilders al ruim voor de uitzending gesproken. Was hij meer een kriebelaar of een robuuste aaier, wilde Jinek weten. ‘Allebei!’

Zou je dit ook doen in verkiezingstijd, vroeg Jort Kelder, ‘baasje van Don Carlos en Prince Harry’. Nee, dan liet Jinek zich niet dicteren over welke onderwerpen ze wel en niet met een politicus kon praten. Hij was overigens altijd welkom, maar kwam nooit. Precies de reden dat je zo iemand dus niet vrij baan moet geven als hij alleen zijn snoezige kant wil laten zien.

Hij gaf zelf toe dat hij niet zo van praatprogramma’s houdt: ‘Een uur aan tafel te gaan zitten met allemaal gasten die ik niet zelf heb uitgekozen… ik zit liever met Pluisje en Snoetje op de bank’. De kijker wist hopelijk wel beter, maar Jinek moest vooral lachen om het grapje. ‘Kattenmens!’, voegde ze er warm aan toe, om zijn aaibaarheid nog wat te vergroten.

Het geheel was, vooral ook door de kirrende en laaiend enthousiaste Eva Jinek die net als haar gast zelf te kennen gaf het interview “gewéééldig” te hebben gevonden, een gênante vertoning. Maar we weten nu wel dat de PVV’er zijn katten niet in bed laat slapen. De natie kan opgelucht ademhalen.

 

Aanbevolen voor jou

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *