De spijtbetuiging van de Indonesische president Joko Widodo over de massale mensenrechtenschendingen, waaronder de brute anticommunistische zuiveringen van 1965-66, roept gemengde reacties op. Voor nabestaanden, zoals Casini en haar dochter, die in stilte lijden onder het onrecht dat hun familie is aangedaan, komt deze erkenning te laat. Ze weten niet eens waar hun dierbaren precies begraven liggen, en het trauma achtervolgt hen al generaties lang.
In de jaren 1965-66 werden naar schatting tussen de 500.000 en 2 miljoen vermeende communisten en hun sympathisanten afgeslacht in wat een van de grootste genocides van de 20e eeuw is. Deze moorden, die het begin markeerden van Soeharto’s dictatoriale bewind, werden systematisch uitgevoerd onder het mom van het beschermen van de staat tegen communistische invloeden. Dat deze misdaden pas nu, meer dan vijftig jaar later, worden erkend, toont de diepe wonden en het onverwerkte verleden van Indonesië.
Maar spijtbetuiging alleen is niet genoeg. De woorden van president Widodo bieden geen rechtvaardigheid aan de families die decennialang in onzekerheid hebben geleefd over het lot van hun geliefden. Nabestaanden zoals Casini hopen op een eerlijk proces, op gerechtigheid die tot nu toe onbereikbaar lijkt door de machtsstructuren in Indonesië die voortkomen uit diezelfde periode van geweld.
De nalatenschap van de moorden wordt weerspiegeld in de huidige Indonesische politiek, waar de massamoordenaars en hun nakomelingen vaak nog steeds aan de macht zijn. Dit maakt het bijna onmogelijk om de waarheid volledig aan het licht te brengen of juridische stappen te ondernemen tegen de daders. Minister van Defensie Prabowo Subianto, een favoriet voor het presidentschap in 2024, is slechts een voorbeeld van hoe de macht nog steeds geconcentreerd is in handen van degenen die betrokken waren bij de schendingen van mensenrechten.
Mensenrechtenorganisaties, zoals Human Rights Watch, hebben terecht opgeroepen tot diepgaand onderzoek en gerechtelijke vervolging, maar de Indonesische regering heeft tot nu toe weinig gedaan om hieraan tegemoet te komen. De angstcultuur die werd gecreëerd door de zuiveringen werkt nog steeds door in de samenleving. Zelfs nu zijn communistische symbolen verboden, en de propaganda die Soeharto destijds heeft ingevoerd, wordt nog steeds onderwezen en verspreid.
Het is pijnlijk duidelijk dat zonder daadwerkelijke juridische stappen en een volledig onderzoek naar de feiten, deze spijtbetuigingen weinig meer zijn dan symbolische gebaren. De slachtoffers verdienen meer dan sympathie; ze verdienen gerechtigheid.
Lees- en kijktips voor een dieper begrip
Voor wie meer wil weten over deze zwarte periode in de geschiedenis van Indonesië, raad ik de volgende werken aan:
- The Jakarta Method van Vincent Bevins: Dit boek biedt een uitgebreid overzicht van de wereldwijde implicaties van de anticommunistische zuiveringen.
- The Act of Killing en The Look of Silence van Joshua Oppenheimer: Twee baanbrekende documentaires die op huiveringwekkende wijze het geweld en de nasleep ervan belichten, vanuit het perspectief van zowel daders als slachtoffers.
- Naar huis van Leila Chudori: Een roman die de intergenerationele trauma’s van de Indonesische samenleving in beeld brengt.
Indonesië heeft nog een lange weg te gaan om haar verleden onder ogen te zien. Alleen met volledige openheid en gerechtigheid kan het land verder bouwen aan een toekomst die niet wordt geteisterd door de schaduwen van haar verleden.
The Chilling Story of the CIA-Sponsored ‘Jakarta Method’
Vanaf de jaren 1960 werd wereldwijd een door de VS gesponsorde campagne van desinformatie en geweld ingezet, met dodelijke gevolgen. Dit stond bekend als “de Jakarta Methode.” De tactiek vond zijn oorsprong in Indonesië, met hulp van de CIA. “De Jakarta Methode is de opzettelijke massamoord op linkse personen of mensen die ervan beschuldigd worden links te zijn,” vertelde journalist Vincent Bevins aan Inside Edition Digital. “Het was zo’n groot succes dat het bewegingen elders in de wereld inspireerde, vooral in Latijns-Amerika.” Kijk de documentaire hieronder:
Shadow Play
De geschiedenis van Indonesië omvat veel gebeurtenissen waarvan de volledige feiten nooit openbaar zijn gemaakt. Een voorbeeld hiervan is de moord op zes generaals op 30 september 1965. Dit schokkende incident leidde tot een ongekende klopjacht op communisten in Indonesië, waarbij meer dan een half miljoen mensen werden gedood – sommige bronnen spreken zelfs van enkele miljoenen slachtoffers. Evenveel mensen belandden zonder enige vorm van rechtspraak in de gevangenis.
Uiteindelijk leidden deze acties tot een politieke revolutie waarbij generaal Soeharto de populaire president Soekarno opvolgde. In deze documentaire wordt bewijs geleverd voor de theorie dat de zogenaamde coup en de haatcampagne tegen de communisten werden gesteund met wapens, advies en inlichtingen van de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Australië, en dat de Nederlandse regering hiervan ook niet onwetend was. Regisseur Chris Hilton introduceert bovendien veel mensen die voor het eerst durven spreken over de gebeurtenissen van 1965-66 en die op de een of andere manier slachtoffer werden van de paranoia en machtswellust van die tijd.
Daarnaast bevat de documentaire fragmenten uit het populaire ‘Ramayana’-epos, over het conflict tussen twee apengeneraals, uitgevoerd met wayang-poppen – het ‘schaduwspel’ uit de titel. Want net als in het wayang-poppenstuk is het in Indonesië vaak onduidelijk wie er nu werkelijk aan de touwtjes trekt.
The Act Of Killing – Een Essentiële Les:
Het video-essay focust op de onthullende, diepgaande documentaire van Joshua Oppenheimer, The Act Of Killing (ook bekend als “Jagal”). De documentaire concentreert zich op massamoordenaar Anwar Congo, die verantwoordelijk was voor het vermoorden van onschuldige burgers tijdens de Indonesische genocide. Oppenheimer moedigt Anwar aan om zijn eigen berouw te onthullen door het naspelen van zijn eigen criminele daden. Een verontrustende documentaire, maar essentieel om te bekijken.