Zohran Mamdani in gesprek met Jon Stewart bij The Daily Show over zijn burgemeesterscampagne in New York.
Zohran Mamdani tijdens zijn interview met Jon Stewart, waar hij zijn visie op een rechtvaardiger New York presenteert.

Zohran Mamdani en de terugkeer van politiek als publieke dienst

6 minutes, 0 seconds Read

In een tijd waarin systemen wankelen en het politieke spel vooral draait om macht, mediatraining en marktvriendelijkheid, groeit er onder de oppervlakte iets anders. Geen beweging met vlaggen of fanfare, maar een ander soort verbeelding — van mensen die hun omgeving niet langer willen zien als iets wat hen overkomt, maar als iets wat ze mede vormgeven. Die weigeren te geloven dat dit het is. Dat dit het moet zijn.

Want als het huidige bestuur vooral bestaat uit het beheren van tekorten, van angst en van afstand, dan rijst langzaam maar zeker de vraag: hoe zou het eruitzien als een stad weer een gemeenschap wordt? Als bestuur iets is wat je samen draagt, in plaats van iets wat je ondergaat? En wat als New York — zo vertrouwd in haar chaos, zo verhard in haar routines — juist het decor zou kunnen zijn waar dat anders begint?

In een tijdperk waarin politiek vaak niet meer is dan een toneelstuk van cynisme, belangenverstrengeling en uitgeholde slogans, verschijnt Zohran Mamdani als een opvallende uitzondering. Mamdani, een Democratisch lid van de New York State Assembly en zoon van Oegandese en Indiase immigranten, is bekend om zijn uitgesproken socialistische standpunten en grassroots-organisatie. Nu stelt hij zich kandidaat voor het burgemeesterschap van New York — een stad waar macht doorgaans in handen blijft van consultants, vastgoedlobby’s en gemediatrainede carrièremakers. In zijn recente verschijning bij The Daily Show met Jon Stewart — een platform waar politici meestal gladde oneliners afleveren in plaats van ideeën — bracht Mamdani iets zeldzaams: oprechte, doordachte politieke ambitie die verder gaat dan electorale overleving. Zijn campagne is niet gebouwd op angst of vijandbeelden, maar op een uitgesproken positieve visie op wat een stad zou kúnnen zijn.

Blijf op de hoogte van radicale stemmen en kritische publicaties – volg vrheid.nl op Substack.

Politiek als collectieve actie, niet als persoonlijke macht

Vanaf het begin maakt Mamdani helder dat zijn campagne niet draait om hemzelf als individu, maar om de collectieve kracht van gewone New Yorkers. “Negen­tigduizend vrijwilligers,” zegt hij, mensen die elkaar niet kennen, maar die geloven in iets wat hen verbindt: de overtuiging dat hun stad beter kan zijn. In plaats van politiek te reduceren tot een mediageniek debat of een eindeloze strijd om donorbelangen, herpositioneert hij het als iets wat je doet — samen, in solidariteit. Dit is geen triviale herdefinitie. In een tijd waarin politieke participatie vaak gereduceerd wordt tot een stem uitbrengen om de vier jaar, is dit een vrijheidsbeeld van het andere soort.

De stad als spiegel van haar waarden

Een van de meest indringende momenten in het gesprek is wanneer Mamdani wijst op een pijnlijke, bijna absurd exacte tegenstelling: elke nacht slapen zo’n 4.300 New Yorkers op straat, in parken of op perrons — terwijl er tegelijkertijd evenveel leegstaande ondersteunende woningen klaarstaan. Het probleem, zo stelt hij, is niet technisch of logistiek. De bedden bestaan. De middelen zijn er. Wat ontbreekt, is politieke wil.

New York weet moeiteloos miljoenen op te hoesten voor rapporten over ‘efficiëntie’ en stadsbranding, merkt hij op — maar wanneer het gaat om iets basaals als onderdak voor mensen, lijkt de portemonnee plots spoorloos.

Daarmee raakt hij een gevoelige zenuw: het is niet onvermogen dat deze stad tegenhoudt, maar keuzes. Prioriteiten. En die liggen, zoals zo vaak, bij consultants, vastgoedbelangen en een politieke klasse die gewend is de status quo te beschermen.

Veiligheid als fundament van sociale rechtvaardigheid

Het debat over veiligheid in New York is lange tijd gedomineerd door reactionair rechts. Mamdani doorbreekt die dynamiek door te erkennen dat publieke veiligheid een reële zorg is — maar hij stelt dat die niet uitsluitend, en zeker niet primair, door de politie wordt gerealiseerd. Veiligheid ontstaat ook uit waardig werk, toegang tot huisvesting, en een stad waarin mensen zich gezien voelen. Hij weigert mee te gaan in de valse dichotomie van “links = chaos” versus “rechts = orde”, en herclaimt in plaats daarvan het recht op een goede levenskwaliteit als kernonderdeel van progressieve politiek. Want wat is progressivisme waard als het géén veilige, schone en leefbare buurten oplevert?

Tegen de mythologie van onhaalbaarheid

Wanneer Stewart de logische vraag naar voren brengt — hoe ga je deze ambitieuze plannen realiseren in een politiek klimaat dat alles lijkt te blokkeren wat naar progressieve verandering riekt? — is Mamdani’s antwoord even simpel als radicaal: door het politieke landschap zelf te veranderen. De belastingverhogingen die hij voorstelt — een miljoenairsbelasting van slechts 2 %, en het optrekken van de vennootschapsbelasting naar het niveau van, jawel, New Jersey — zijn niet alleen beleidsmatig uitvoerbaar, ze blijken ook populair. Ze worden door de gevestigde orde afgewezen niet omdat ze onrealistisch zijn, maar omdat ze ingaan tegen de belangen van hen die al te lang aan de touwtjes trekken. Dit is klassenpolitiek in zijn puurste vorm: geen abstract debat, maar strijd tussen de weinigen die profiteren en de velen die bloeden.

Een nieuwe stem voor een oude stad

Wat Mamdani’s optreden krachtig maakt, is niet alleen zijn inhoud maar ook zijn stijl: nederig zonder naïef te zijn, vastberaden zonder dogmatisch te worden. Hij erkent dat hij jong is, maar draait die potentie om tot politieke kracht: jong zijn betekent niet alleen lef hebben, maar ook het besef dat je het niet alleen kunt. Hij pleit voor leiderschap als teamwerk, niet als persoonlijk project. In een politiek tijdperk waarin charisma vaak zwaarder weegt dan karakter, voelt dit als frisse wind.

De mythe van onbekwaamheid: raciale en ideologische framing

Mamdani is niet alleen jong en idealistisch. Hij is ook moslim, socialist, kind van immigranten. Deze kenmerken worden door zijn tegenstanders niet zelden gereduceerd tot bedreigingen — afwijkingen van de norm. Hij maakt in het interview grapjes over bizarre geruchten die zijn verspreid — dat hij alle New Yorkers halal wil laten eten, dat hij de stad onveilig zal maken — maar onder die grap schuilt een bittere waarheid: in de huidige media‑ en campagnestructuur is het anders zijn automatisch verdacht. Zijn kalme, rationele aanwezigheid tegenover deze angstzaaierij is wellicht zijn krachtigste wapen.

Van angstpolitiek naar positieve politiek

De boodschap van Mamdani is niet gericht tegen iemand, maar voor iets. Alleen al dat maakt hem zeldzaam in de hedendaagse Amerikaanse politieke scène. In plaats van te waarschuwen voor het verlies van wat we hebben, stelt hij de vraag: wat zouden we kúnnen hebben — als we het lef hadden om te eisen wat we verdienen? Hij spreekt over kinderopvang als publiek goed, gratis en snelle bussen als vanzelfsprekendheid, betaalbare huisvesting als mensenrecht. Geen van deze ideeën is radicaal in morele zin; ze zijn alleen radicaal in een stad waar de status quo zó diep neoliberaal is geworden dat elke afwijking eruitziet als revolutie.

New York als spiegel voor de wereld

De verkiezing van Mamdani is niet alleen relevant voor New York. De strijd die hij voert — tegen marktlogica, voor publieke voorzieningen, tegen angstpolitiek, voor sociale solidariteit — is dezelfde strijd die zich in elke grote stad afspeelt: van Amsterdam tot Johannesburg, van Londen tot São Paulo. Mamdani toont dat socialistische politiek niet hoeft te draaien om dogma, maar om menselijke waardigheid. Hij maakt helder dat het anders kan. En dat het moet. Als deze campagne iets leert, dan is het dit: hoop is geen luxe. Het is een strategie. En Mamdani voert haar uit met precisie, empathie en strijdlust.

Help ons groeien - deel dit bericht

Aanbevolen voor jou