De Koerdische vrijheidsbeweging heeft wereldwijd respect afgedwongen door haar inzet voor zelfbestuur, vrouwenemancipatie en verzet tegen onderdrukking. Maar recente ontwikkelingen, zoals de oproep van Abdullah Öcalan om de wapens neer te leggen en toenadering tot Westerse en zelfs koloniale machten, roepen scherpe kritiek op binnen revolutionaire kringen. Deze tekst biedt een anarcho-communistische analyse van die koerswijzigingen, met als centrale vraag: hoe ver kan een beweging afwijken van haar principes voordat ze zichzelf verliest?
Revolutionaire strijd is een langdurig en tegenstrijdig proces, waarin principes en solidariteit centraal staan. Niet alles hoeft altijd hetzelfde te blijven, maar sommige keuzes markeren duidelijke grenzen. De recente koerswijzigingen binnen de PKK — met name de toenadering tot Westerse machten — worden door anarchistische en communistische stromingen gezien als een fundamentele breuk met revolutionaire en internationalistische uitgangspunten.
Sinds het begin van de internationale betrokkenheid bij de Koerdische strijd, bijvoorbeeld in Rojava, is er een groeiende samenwerking ontstaan tussen de YPG1 en de Verenigde Staten. Oorspronkelijk werd deze samenwerking gepresenteerd als tijdelijk en puur strategisch, gericht op het verslaan van ISIS2. Inmiddels is die relatie structureel geworden en lijkt ze het karakter van een bredere alliantie te hebben aangenomen.
Tegelijkertijd is er in West-Azië een andere strijd gaande. De hernieuwde Palestijnse opstand, met name na de gebeurtenissen van 7 oktober, heeft het verzet tegen kolonialisme en imperialisme in de regio in een stroomversnelling gebracht. Binnen dit kader roept de samenwerking van Koerdische structuren met Israëlische of Amerikaanse machten ernstige vragen op over de politieke oriëntatie van de beweging.
Een belangrijk moment in deze verschuiving was de oproep van Abdullah Öcalan om het gewapend verzet te staken en de PKK te ontbinden. Deze oproep viel samen met een toename van tegenrevolutionaire krachten in de regio, zoals de versterking van de Turkse staat en de Israëlische expansie in Syrië. Ook binnen de PKK werd deze oproep met verwarring ontvangen. Sommige leidinggevenden benadrukten dat het hier niet gaat om een gewone strijdmacht, maar om ideologisch gemotiveerde strijders die hun leven wijden aan revolutionaire principes.
Revolutionaire organisaties zoals de MLKP3 hebben duidelijk afstand genomen van de inhoud van Öcalans vredesvoorstel. In hun verklaring stellen zij dat er onder de huidige omstandigheden, waarin staten een monopolie op geweld bezitten en repressieve structuren versterken, geen ruimte bestaat voor structurele verandering zonder gewapend verzet. Het idee dat democratische consensus voldoende is om bevrijding te bereiken, wordt door hen afgewezen als onrealistisch binnen de huidige machtsverhoudingen.
Daarnaast zijn er andere ontwikkelingen die aanleiding geven tot zorg. Zo heeft Mazloum Abdi4, de leider van de SDF, openlijk verklaard dat samenwerking met Israël niet wordt uitgesloten als dat de veiligheid van Koerden zou vergroten. Dit standpunt staat haaks op de traditie van antikoloniale solidariteit die ooit de basis vormde van de Koerdische vrijheidsbeweging.
Ook de samenwerking van de SDF met HTS (een jihadistische groepering verwant aan Al-Qaida) in Syrië wijst op een versmalling van revolutionaire perspectieven. HTS heeft eerder samengewerkt met Turkije, en richtte zich tegen zowel de Syrische staat als Koerdische troepen. De militaire acties van HTS, afgestemd op geopolitieke strategieën van Westerse machten, hebben bijgedragen aan het ondermijnen van Palestijnse en Koerdische strijdkrachten in de regio.
Deze ontwikkelingen wijzen op een verschuiving van revolutionaire politiek naar een vorm van sociaal-democratisch imperialisme, waarin samenwerking met bestaande machtssystemen belangrijker wordt geacht dan structurele verandering. In die context dreigt het oorspronkelijke project van de Koerdische beweging — gebaseerd op zelforganisatie, gewapend verzet en solidariteit met andere onderdrukte volkeren — te verdwijnen.
Toch blijven er binnen de beweging verschillende stemmen hoorbaar. In gebieden zoals Qandil en onder de guerrillastrijders wordt nog steeds vastgehouden aan de principes van verzet. Hier leeft nog het besef dat samenwerking met imperialistische machten niet leidt tot bevrijding, maar juist tot integratie in systemen van onderdrukking.
De vraag die nu voorligt, is of de Koerdische beweging haar revolutionaire karakter behoudt, of dat ze zich volledig zal voegen naar de belangen van staten als de VS en Israël. De richting die nu wordt ingeslagen, roept sterke herinneringen op aan eerdere historische momenten waarin linkse bewegingen hun kracht verloren door integratie in het bestaande systeem.
Voor een revolutionair perspectief op bevrijding blijft gewapend verzet, de democratische confederale structuur, en het recht op zelfbeschikking van volkeren onmisbaar. Deze principes vormen de kern van iedere serieuze strijd tegen imperialisme, patriarchaat en kapitalistische overheersing.
- YPG: De Yekîneyên Parastina Gel (Volksbeschermingseenheden) is de gewapende volksmilitie van de Koerdische Autonome Regio in Noordoost-Syrië (Rojava). De YPG werd opgericht in 2011 tijdens de Syrische burgeroorlog en groeide uit tot een belangrijke militaire macht in de strijd tegen ISIS. De organisatie is nauw verbonden met de bredere Koerdische beweging, waaronder de PKK, en werkt samen met vrouwelijke strijdkrachten van de YPJ. Hoewel de YPG internationaal erkenning kreeg voor haar rol in de strijd tegen jihadisme, kreeg de beweging ook kritiek vanwege haar samenwerking met Westerse machten, zoals de Verenigde Staten. ↩︎
- ISIS: De Islamitische Staat in Irak en Syrië (ISIS), ook bekend als IS of Daesh, is een jihadistische terreurorganisatie die in 2014 een zogenaamd kalifaat uitriep in delen van Irak en Syrië. De groep staat bekend om extreem geweld, massaslachtingen, slavernij en het vernietigen van cultureel erfgoed. ISIS wordt wereldwijd erkend als een terroristische organisatie, onder meer door de Verenigde Naties, de Europese Unie, de Verenigde Staten en Nederland. Hoewel het kalifaat inmiddels is verslagen, blijft de groep actief als ondergrondse organisatie. ↩︎
- MLKP: De Marksist-Leninist Komünist Parti (Marxistisch-Leninistische Communistische Partij) is een revolutionaire communistische organisatie uit Turkije, opgericht in 1994. De MLKP is illegaal in Turkije en opereert voornamelijk ondergronds. De partij is actief in zowel Turkije als Koerdistan en staat bekend om haar inzet voor gewapende strijd tegen het Turkse staatsapparaat, kapitalisme, patriarchaat en kolonialisme. De MLKP is ook betrokken bij internationale solidariteit, onder meer via deelname aan het Internationaal Vrijheidsbataljon in Rojava, waar zij samenwerkt met Koerdische en andere linkse strijdkrachten. ↩︎
- Mazloum Abdi: Ook bekend als Şahin Cilo, is een Koerdische commandant en de huidige leider van de Syrian Democratic Forces (SDF), een militaire alliantie gedomineerd door de YPG. Abdi was eerder actief binnen de PKK en wordt beschouwd als een vertrouweling van Abdullah Öcalan. Hij speelde een sleutelrol in de militaire campagnes tegen ISIS in Noordoost-Syrië en onderhandelde met internationale actoren, waaronder de Verenigde Staten. Zijn publieke uitspraken over samenwerking met Westerse en regionale machten, waaronder Israël, hebben geleid tot kritiek vanuit revolutionaire en anti-imperialistische hoek. ↩︎