Soms spreekt de geschiedenis niet zachtjes, maar slaat ze met volle kracht toe in het heden. Gaza is zo’n moment. Wat daar plaatsvindt – een samenloop van uithongering, verwoestende bombardementen, massale ontheemding en doelgerichte vernietiging – overstijgt het klassieke beeld van oorlog of veiligheid. Het is een spiegel die ons confronteert met een moreel bankroet systeem. Met een Westen dat zijn kompas heeft verloren. Met een herinneringscultuur die wordt ingezet als politiek schild in plaats van als ethisch richtsnoer.
De ruïnes van Gaza zijn geen verborgen tragedie. Ze worden breed uitgezonden, gefilmd door de slachtoffers zelf, met de stille hoop dat iemand ingrijpt. Maar de wereld kijkt toe. En zwijgt. Of erger: verdraait de feiten. Stelt Israël voor als slachtoffer van zijn eigen macht. Wie vandaag vraagt waarom de Gazanen nergens welkom zijn, stuit op het harde antwoord dat zij geen politieke waarde vertegenwoordigen. Geen strategisch nut. Slechts een hinderpaal voor belangen, allianties, economische plannen.
Tegen die achtergrond neemt lokaal bestuur soms de morele leiding over die nationaal ontbreekt. In Amsterdam riep burgemeester Femke Halsema onlangs op tot een veroordeling van de “gruwelijkheid van de mensenrechtenschendingen” in Gaza. Haar uitspraken, namens het college van B&W, kregen bijval van andere steden, maar lokten ook scherpe kritiek uit van de Israëlische ambassadeur. Die noemde haar een ‘morele mislukking’. Halsema sloeg terug: het is niet aan buitenlandse diplomaten om lokaal bestuur te intimideren. Die botsing zegt veel. Over wie nog durft te spreken. En wie probeert te doen zwijgen.
Die spanning leeft niet alleen in raadzalen. Ze pulseert op straat. Meer dan 100.000 mensen liepen recent mee in de ‘rode lijn’-mars naar het Vredespaleis in Den Haag, in wat mogelijk de grootste demonstratie is sinds 2004. Jongeren en ouderen, gezinnen en alleenstaanden, christenen en seculieren – allen verbonden door een diep moreel ongemak. Een ongenoegen over het ‘gestotter van Schoof’, de premier die geen woorden vond voor duizenden doden. De symbolische leegte van ‘nooit meer’ dat niets lijkt te betekenen wanneer Palestijnse levens op het spel staan.
Wat opvalt: velen protesteerden voor het eerst. Anderen kwamen met kartonnen bordjes vol rauwe wanhoop: “Mijn moederhart breekt”, “Tering-regering”. In die verscheidenheid klonk één boodschap door: Gaza is niet slechts een conflict ergens ver weg. Het is een lakmoesproef voor ons geweten. Voor de geloofwaardigheid van rechtsstatelijke principes. Voor de echtheid van woorden als ‘democratie’, ‘mensenrechten’, ‘internationaal recht’.
Decennialang werd de Shoah terecht gezien als moreel baken. Als herinnering aan wat er gebeurt als ontmenselijking de norm wordt. Maar vandaag zien we hoe die herinnering selectief wordt ingezet. Niet om geweld te voorkomen, maar om kritiek op een geweldsregime de mond te snoeren. ‘Nooit meer’ is verschrompeld tot ‘nooit meer voor sommigen’.
De steun aan Israël, ondanks methoden die als oorlogsmisdaden worden aangemerkt, legt een pijnlijke hiërarchie bloot in wiens leven telt. Palestijnse kinderen worden gereduceerd tot ‘collaterale schade’. Demonstranten in het Westen, waaronder vele joodse en christelijke stemmers, worden weggezet als extremisten of erger. Toch groeit de morele tegenstem. Vanuit kerken waar predikanten hun stem verheffen tegen oorverdovende stiltes. Vanuit koorleden die hun klimaatliederen herschrijven voor Gaza. Vanuit kinderen die hun frustratie letterlijk uiten richting het Torentje.
Wat hier op het spel staat, is niet alleen Palestijns leven. Het is het vertrouwen in de belofte van universele mensenrechten. In de gedachte dat het verleden ons iets heeft geleerd. In het idee dat wie zwijgt, niet slechts toekijkt, maar bijdraagt.
Vandaag groeit er een nieuwe beweging. Mensen die weigeren genocide onder welke vlag dan ook te normaliseren. Die zich verzetten tegen racisme, tegen willekeur, tegen onverschilligheid verpakt in diplomatie. Zij eisen dat ‘nooit meer’ geen holle frase blijft. Niet alleen voor de slachtoffers van toen. Maar voor de levenden van nu.
Gaza is vandaag het morele middelpunt van de wereld. Niet als brandpunt van haat, maar als gewetensproef. Voor Amsterdam. Voor Den Haag. Voor iedereen die meent dat recht niet mag buigen voor macht.